Gerard van der Poel is een autoriteit op het gebied van onderzoek naar stretchen. Als men er meer over wil lezen, google dan “gerard van der poel” en je vindt verschillende artikelen over dit onderwerp. Op de sportvelden, in het fitnesscentrum, langs de weg, overal zie je mensen stretchen. Toch worden er de laatste tijd steeds meer vraagtekens gezet bij het nut van deze exercitie. Aanrader of aanstelleritis?

Voor menig sporter is het een ritueel. Voor en na het sporten worden de spieren flink uitgerekt. Stretchen is goed voor je lijf, leerde de trainer je vroeger al. Toch is dat niet altijd het geval, zo blijkt uit een recente studie in Pediatric Exercise Science. Tijdens een onderzoek onder turners bleek dat statisch strekken na de warming up hun sprongkracht en aanloopsnelheid aanzienlijk verminderde. Daar zit een sporter niet op te wachten. Kan stretchen beter in de ban?

Misverstanden
Gerard van der Poel is bewegingswetenschapper en verdiept zich al twintig jaar in stretchen. In opdracht van het NOC*NSF deed hij enkele jaren geleden een literatuuronderzoek en legde hij zijn bevindingen vast in Rek in Prestaties; een handleiding voor het toepassen van stretching in de topsport. ‘Over stretchen bestaan veel misverstanden. Veel sporters denken dat het blessures voorkomt. Uit een groot Australisch onderzoek onder 1.500 militairen blijkt duidelijk dat leeftijd en getraindheid invloed hebben op de kans op blessures, maar dat stretchen daarop geen enkele invloed heeft. Ook het voorkomen van spierpijn is zo’n misverstand. Stretchen heeft ook daar geen enkele invloed op. Sterker: als je spierpijn hebt, moet je juist niet stretchen. De gedachte dat stretchen na een training de afvalstoffen versneld afvoert uit de spieren, is nog steeds populair. Ook dat is wetenschappelijk niet aangetoond. Maar als je toch wilt stretchen, doe het dan juist licht, statisch.’
Toch is stretchen niet helemaal zinloos. ‘Er zijn aanwijzingen’, zegt Van der Poel, ‘dat er bij actief, verend explosief kracht leveren in grote hoeken – zoals bij speerwerpen of honkballen – gecombineerd met actief en passief stretchen tot betere resultaten leidt. Verend stretchen kan dus positieve invloed hebben op sporten waarbij je verende bewegingen maakt.’

Onomstreden effecten
Twee effecten van stretchen zijn onomstreden. Ten eerste wordt je er leniger van. Dat verbetert veelal je prestatie. En ten tweede helpt het je te ontspannen. ‘Dat lijkt niet veel, maar voor sporters is dat wel degelijk van belang’, verduidelijkt Van der Poel. ‘Als je lang statisch strekt, ontspannen je spieren. Dat kan een positieve invloed hebben op je sportprestaties. Als je de hele dag in dezelfde houding werkt of vaak herhalende handelingen verricht, is stretchen ook zeker van belang. Je brengt je lichaam daardoor een tijdje in een heel andere houding en op die manier geef je de gespannen spieren de kans om zich eindelijk een beetje te ontspannen.’

Sportmedisch consult
Voor veel sporters, maar ook tijdens je werk, kan stretchen ook mentaal rustgevend werken, aldus Van der Poel. ‘Het stretchen geeft even een rustmoment, zodat je je alvast kunnen concentreren op de wedstrijd die bijna begint, of de topprestatie die je straks wilt gaan neerzetten. Denk er dan wel aan dat je dat niet na je warming up doet, want dan gaan de positieve effecten van het opwarmen verloren.’
Zelf gebruikt Van der Poel het stretchen als een soort sportmedisch consult. ‘Door te rekken luister je eigenlijk naar je lichaam. Op die manier weet je of je voluit kunt gaan of dat je er verstandiger aan doet even een tandje terug te nemen.’
Van statisch en verend strekken, word je leniger. ‘Ook dat is van invloed op je sportprestaties’, benadrukt Van der Poel. ‘Lenigheid kun je ook omschrijven als een grote bewegingsuitslag. Het is geen garantie dat je bijvoorbeeld bij tennissen harder gaat slaan, maar lenigheid is wel een voorwaarde om ooit harder te kunnen slaan. Onvoldoende lenigheid kan je bij het bewegen behoorlijk in de problemen brengen. De meeste mensen compenseren hun gebrek aan lenigheid en dat levert dan weer vaak overbelastingsblessures op.’